Bookmark and Share

Wist u dat…'Friet Jan' levensgevaarlijke capriolen heeft uitgehaald om elektriciteit in zijn frietkraam te krijgen?

Momenteel telt Melderslo twee frietkramen: De Molensteen en Het Smulparadijs. Velen zullen zich echter nog de pionier op het gebied van friet herinneren: Jan Thielen, in de volksmond nog vaak 'Friet Jan' genoemd. Jan (Melderslo, 6-8-1934) werkte eind jaren vijftig bij Peeters op de Lingsforterweg in Arcen, op de plek waar nu het tankstation ligt. Peeters bezat een aantal frietkramen in Duitsland en Jan werd al snel tewerk gesteld om friet te bakken in een van de kramen.

Friture in Duitsland.
Jan: “De andere medewerkers waren jonge meiden, en als er op het einde van de avond een kastekort was, durfden ze dat niet tegen de baas te vertellen. Ik durfde dat wel, dus vaak vulde ik hun tekort aan met mijn opbrengsten. Ik voerde daar allerlei werkzaamheden uit, en op een dag werd ik aan het werk gezet op een aspergeveld. Het onkruid op dit veld moest gewied worden met een schoffel. Het onkruid was echter zo groot en dik dat ik het zelfs niet met mijn blote handen uit de grond kreeg. Ik stak de schoffel op de hoek van het perceel in de grond en ben naar huis gegaan. Ik ben nooit meer terug geweest.”

De eerste frietkraam in Melderslo.
Rond die tijd runde Toon Sanders een frietkraam in de St. Odastraat. Hay Brouwers nam deze van Toon over en verplaatste de kraam naar de Vlasvenstraat, tegenover café-zaal Het Paradijs. Tijdens wandelingen door het dorp hadden Jan en zijn vrouw Nel al verschillende keren hun oog op de kraam laten vallen. Van 1960 tot 1962 huurde Jan deze frietkraam.
Jan: “Nel poetste de frietkraam en zij kreeg op een gegeven moment een brief in de hand gedrukt van een andere leverancier. Hierop stonden de inkoopprijzen die aan de leverancier betaald moesten worden. Toen gingen mij de ogen open. De prijzen die ik aan de verhuurder betaalde waren een factor twee hoger, plus dat ik nog huur betaalde voor de frietkraam. Ik stopte toen met de huur van de frietkraam en ging over een eigen kraam nadenken ”.

Een eigen frietwagen.
De komst van een eigen kraam wordt bespoedigd doordat Handri van Helden (“Gussen Han”) aan Jan vraagt of hij bij de komende fanfarefeesten zijn frietkraam weer op orde heeft. In Den Bosch wordt een tweedehandse frietwagen gekocht. Deze wordt langs café Het Paradijs geplaatst, en na een jaar afwezigheid heeft Melderslo in 1962 weer een frietkraam. Het benodigde gas komt van butaflessen die naast de frietkraam worden gepositioneerd, elektriciteit wordt geleverd via een kabeltje dat in verbinding staat met café Het Paradijs.

Catweazle.
De keuze in die tijd was nogal beperkt ten opzichte van tegenwoordig. Men kon kiezen uit een kleine of grote friet (respectievelijk 15 en 25 cent), knak (30 cent) of rolmops (30 cent). Pas in de jaren zeventig kwamen de frikadellen, kroketten en de bami- en nasischijven. Later werd het assortiment nog aangevuld met een huzarensalade ('slaatje'), die steevast door zijn vrouw Nel thuis werden klaar gemaakt.
Jan: “We kwamen begin jaren 70 eens laat thuis van een bruiloft. Ik had nog honger en sneed een gehaktbal in schijven, schoof er gesneden uienringen tussen en spieste alles aan elkaar met een dun stokje dat ik uit een naburige heg had gehaald. Ik noemde deze snack Catweazle, naar een populaire serie die destijds op TV was. Later ben ik dit maar gewoon een gehaktbal speciaal gaan noemen. Maar deze nu zo bekende snack is dus mijn idee!

Levensgevaarlijke capriolen.
In 1970 is de frietwagen dusdanig verouderd dat er een nieuwe moet komen. Samen met Jac Wijnen, de boekhouder van Jan, bezoekt Jan een aantal adressen in Nederland. Uiteindelijk wordt besloten om bij De Meeuw in Oirschot een nieuwe frietwagen te kopen. Kosten: fl 40.000,-. De Boerenleenbank in Melderslo is niet bereid om Jan de lening te verstrekken, mede omdat Jan extra geld wil lenen om zijn huurhuis te kopen van de woningbouwcoöperatie.
Jan: “Ik werkte destijds bij aannemersbedrijf Delhuyzen in Venlo. De directeur daar zorgde ervoor dat een adviseur van Delta Lloyd bij mij thuis langs kwam. In een mum van tijd was de financiering rond, ook al wilde ik snel aflossen. Twee jaren later had ik de frietkraam al weer terugbetaald.”
Om elektriciteit in de kraam te krijgen is echter een probleem. De elektrische installatie van de frietwagen wordt door de PLEM afgekeurd, ook nadat de gehele installatie opnieuw is opgebouwd door de fabrikant. Ten einde raad leent Jan van een bekende monteur van de PLEM klimspoane (speciale schoenen om in elektriciteitspalen te klimmen). Deze monteur had ook enkele tips gegeven hoe illegaal stroom af te tappen van de toen nog boven de grond hangende elektriciteitsleiding. Midden in de nacht klimt Jan in de paal en bij het schijnsel van een zaklamp die vanaf de grond wordt gericht door Dien Litjens, verbindt hij de drie ontblote aders van zijn kabel met de draden van de elektriciteitsmaatschappij. Een levengevaarlijke klus. Vanaf de elektriciteitspaal loopt de kabel over de Vlasvenstraat, via de grote lindeboom bij het veldkruis naar de frietkraam. De stroomvoorziening is een feit en de frietverkoop kan beginnen. Anderhalf jaar blijft deze constructie intact, totdat een storm de kabel op de grond doet belanden. Na wat gesteggel over het aftakken van stroom met de keurmeester van de PLEM krijgt Jan dan toch zijn vergunning voor elektriciteit.

In oktober 1970 wordt de frietkraam feestelijk geopend door de fanfare, die spontaan langskwam omdat ze net een serenade hadden gebracht in Het Paradijs.

In 1974 wordt een voorbouw gerealiseerd. De vergunning hiervoor wordt pas afgegeven nadat Jan de toenmalige wethouder Hay Boots hierop aanspreekt in café Christiaens (huidig café Het Tunneke). Wegens wijzigingen in het belastingklimaat stopt Jan in 1976 met de exploitatie van de frietkraam en begint met verhuur. In 1980 wordt alles verkocht aan Sjeg Soons, de toenmalige eigenaar van het naastgelegen café Het Paradijs.

Tot slot
Jan: “In de jaren dat wij de frietkraam hebben gehad hebben we ontzettend veel meegemaakt. Ik zou er wel een boek over kunnen schrijven. Denk maar eens aan al die cafébezoekers die 's avonds laat, voordat ze naar huis gaan, nog even een frietje komen eten. Het was wel hard werken want ik had ook nog mijn baan als bouwvakker. We waren op dinsdag- en donderavond open en op zaterdagmiddag, zaterdagavond en zondagavond. In feestweekenden kon het soms wel drie of vier uur in de morgen zijn voordat je in bed lag. Een ander nadeel was dat familiebezoek er vaak bij inschoot, mede omdat we thuis ook nog een snoepzaak hadden. Terugkijkend zijn het drukke tijden geweest die ik niet had willen missen. Maar ik mis het niet.



'Friet Jan' en 'Ies Nel' na 37 jaar op herhaling in friture Het Smulparadijs.


Bronnen:
Interview met Jan Thielen op 21 maart 2013.

Met dank aan Bea Marcellis van friture Het Smulparadijs.


Nieuwsbrief gemist? Klik dan hier.
Help! Antwoord op een hulpvraag? Klik dan hier.
Afmelden nieuwsbrief of een ander aanmelden? Klik dan hier.