Nieuwsbrief april 2015 Geschiedenis Melderslo

Nieuwsbrief april 2015: Wist u dat ... Melderslo in 1966 ‘een gemoedelijk plattelandsdorp van een welvarende allure’ werd genoemd?

Op 28 juni 1966 publiceerde het Dagblad voor Noord-Limburg een speciale bijlage over de toenmalige gemeente Horst. Aan alle zes kernen die de gemeente destijds telde, werd minimaal een artikel gewijd. Zo ook aan Melderslo. Het stuk geeft een prachtig beeld van hoe Melderslo er een halve eeuw geleden voorstond. Of de verstrekte informatie in alle gevallen helemaal betrouwbaar is, valt te betwijfelen. Maar daar gaat het ook niet om. Waar het wel om gaat, is het globale beeld dat van Melderslo wordt geschetst. Dat moet voor iedereen die het heeft meegemaakt zeer herkenbaar zijn. En voor wie het niet heeft meegemaakt, op z’n minst interessant en uitnodigend om vergelijkingen te trekken met nu.

De (anonieme) auteur van het artikel karakteriseert Melderslo als ‘Een gemoedelijk plattelandsdorp van een welvarende allure, waar de bevolking zich kenmerkt door noeste liefde voor de arbeid, ondernemingszin in het vergaren van materiële zegeningen en een in grote lijnen nog traditionele gebondenheid aan de Kerk en haar gebruiken.’

Over de (agrarische) bedrijvigheid wordt opgemerkt dat:

een kleine 70 procent van de beroepsbevolking in het dorp zelf werkt;
er ongeveer 250 ‘bloeiende’ tuinbouwbedrijven zijn;
de tuinbouwvereniging voor 1966 voor het eerst een omzet verwacht die boven de vier miljoen gulden uitstijgt;
verder vooral de champignoncultuur bloeit in Melderslo. Er zijn omstreeks zeventig champignonkelders, meer dan in de rest van de gemeente samen;
de veilingafzet van de champignonbedrijven in 1965 ruim een miljoen gulden bedroeg. Daarnaast waren er nog zes ton aan inkomsten uit de vrije handel;
de meeste inwoners die buiten het dorp werken als bouwvakker werkzaam zijn.

Over de woningbouw wordt opgemerkt dat:

sinds de Tweede Wereldoorlog 131 nieuwbouwwoningen in de particuliere sector in Melderslo zijn gebouwd. Dit is het hoogste aantal van alle Horster kerkdorpen;
er twintig woningzoekenden zijn;
er behoefte bestaat aan bejaardenwoningen, omdat bejaarden nog bijna overal inwonen bij hun kinderen en dit ‘nogal eens tot problematische situaties leidt’.

Over het verenigingsleven wordt opgemerkt dat:

er 26 verenigingen en organisaties zijn;
die verenigingen en organisaties de beschikking hebben over twee zalen, drie cafés en twee clublokalen;
er behoefte is aan een gymnastiekzaal, maar dat het er vooralsnog niet naar uitziet dat die er gaat komen.

Over het onderwijs wordt opgemerkt dat:

het wachten is op een drieklassige kleuterschool, maar dat dit voorlopig een vrome wens zal blijven, ondanks het hoge aantal jaarlijkse geboorten (vijftig à zestig);
het aantal schoolverlaters dat ULO of middelbaar onderwijs gaat volgen nog altijd zeer laag is;
slechts een enkeling de kans krijgt te gaan studeren.

Over het godsdienstig leven wordt opgemerkt dat:

omstreeks 99 procent van de bevolking praktiserend katholiek is;
er jaarlijks ongeveer 65 duizend hosties worden uitgedeeld;
er sinds een jaar een parochieraad is;
er nauwelijks priesterroepingen voorkomen;
er negen Melderslose kloosterzusters zijn, maar dat de laatste roeping alweer van 1954 dateert.

Over de aanhoudende wateroverlast wordt opgemerkt dat:

‘de koeien kniediep in moerasweiden lopen, gewassen verdrinken in het veld en de kastuinbouw zonder onderbemaling een mislukte zaak is’;
dit het ‘belangrijkste probleem van bijna collectief belang’ is in Melderslo;
het gebied bij de Langevenseloop er het meest van te lijden heeft;
de oorzaak deels ligt in klimatologische veranderingen en deels in het feit dat de waterlossingen ten westen van Melderslo sterk zijn verbeterd. Daardoor komt hun ‘waterexport’ ten laste van de Melderslose landerijen;
de hoop bestaat dat de al jaren voortslepende ruilverkaveling een eind maakt aan dit probleem.

Het eindoordeel was voorbehouden aan toenmalig tuinbouwvoorzitter en later gemeenteraadslid en wethouder Thei Geurts: ‘Het gaat de meeste mensen goed maar ik zou het geen welvaart willen noemen. Er is namelijk niet één bedrijf dat geen zware hypotheekschulden af te lossen heeft.’

De rolkas en staande kas van Hay Alards.

Het bestuur van de champignonkwekersvereniging en de directie van de in 1970 door de Melderslose champignonkwekers gestichte conservenfabriek King. Van links naar rechts: Michel Keijsers, dhr. Janssen, Lod Wijnen, Sef Hoeijmakers, Jan Teeuwen en Chris Verstraaten.

De drieklassige kleuterschool kwam er uiteindelijk in 1967.
Twintig jaar later zou ze weer worden afgebroken.

Een beeld van de wateroverlast in Melderslo in 1961.

Bron:
'Dagblad voor Noord-Limburg', 28 juni 1966