logo

Wist u datde moelbaerentijd weer is aangebroken?

Deze nieuwsbrief verschijnt op 29 juni. 29 juni is de dag waarop in 1911 prins Bernhard werd geboren. 29 juni is de dag waarop in 2003 Katherine Hepburn overleed. 29 juni is de dag waarop in 1958 Brazilië wereldkampioen voetbal werd. Maar 29 juni is ook de naamdag van de apostelen Petrus en Paulus. Dit laatste zou bij Melderslonaren van laten we zeggen vijftig jaar en ouder een bel moeten doen rinkelen. Want ‘Piëter en Paul’ is traditioneel de dag waarop de eerste bosbessen rijp zijn. 

Wat zijn bosbessen?
De blauwe bosbes is een vaste plant uit de heifamilie. De Latijnse naam is vaccinium myrtillus. Na de bloeitijd (van mei tot juli) komen er blauwgrijze, eetbare bessen aan de struik die tot 60 centimeter hoog kan worden. In het Nederlands heten die bessen bosbessen, maar in Melderslo en omgeving kent iedereen ze onder de benaming ‘moelbaere’ of ‘moelbère’.
De blauwe bosbes heeft een voorkeur voor een kalkloze, zure en vochtige bodem. Ze groeit voornamelijk in open bossen. Het blad verkleurt in de herfst naar vuurrood en valt in de winter af.

De blauwe bosbes wordt vaak verward met de blauwe bes (vaccinium corymbosum). Er zijn echter talrijke verschillen. Zo is de blauwe bes in tegenstelling tot de bosbes niet inheems, maar afkomstig uit Amerika. Blauwe bessen groeien aan trosjes, terwijl bosbessen solitair aan de struik groeien en lastig te plukken zijn. Bosbessen zijn bovendien veel kleiner dan blauwe bessen. Nog een opvallend verschil: bosbessen zijn van buiten én van binnen blauw, terwijl blauwe bessen geen blauw, maar wit vruchtvlees hebben. Ook de smaak verschilt: blauwe bessen zijn zoeter.

Bosbessen plukken in de jaren twintig en dertig
Van oudsher werden bosbessen geplukt in de bossen in de omgeving van de ruïne van kasteel Huis ter Horst, tussen Horst en Melderslo. Die staan zowel bekend onder de benaming Kasteelse Bossen als – hoe toepasselijk – Moelbaerenbos. De bosbessen groeiden vooral aan de Melderslose kant van de bossen.

Hoe ging het plukken van de bessen eigenlijk in zijn werk? Ger Nellen (1919-1999) deed er begin jaren tachtig van de vorige eeuw op verzoek van Geschiedenis Melderslo gedetailleerd verslag van. Zijn herinneringen als ervaringsdeskundige dateren uit de jaren twintig en dertig:
‘Bosbessen zijn kleine blauwe bessen, ietwat zurig van smaak. Ze waren het lekkerst als je er een hand vol tegelijk in je mond stopte. Rond het feest van Petrus en Paulus (29 juni) waren ze rijp. Dan toog de jeugd, gewapend met bussen, naar de Moelbèrenbosch om bessen te gaan plukken. Van thuis hadden de kinderen opdracht om de bussen vol te plukken en mee naar huis te brengen, waar de moeders er koek van bakten of jam van maakten. Een bekende bus was een stroopbus, rood gekleurd. Met duidelijke letters stond erop “Prima Rinse Appelstroop” uit Eysden. Er waren ook kinderen die, in plaats van in de bus, in de mond plukten, maar dat viel direct op omdat de bessen de tong en de lippen fel kleurden. Dan riepen de andere kinderen: “Oh, ie vrut”. En als je vrat, kwam de bus niet vol. Vele, vele malen zijn we naar de bossen getrokken. Soms plukten we met het gezin een emmer vol.’

Wie denkt dat dat bessen plukken altijd even gemoedelijk verliep, vergist zich deerlijk:
‘Het was een ongeschreven wet dat die uit Horst aan de westkant plukten en die uit Melderslo aan de oostkant. Maar soms penetreerde de ene partij in het gebied van de andere en omgekeerd. Het begon dikwijls met een scheldpartij. Die uit Horst riepen “Melderse buk (bokken), die sjiete zo duk (dikwijls), verkoepe de stroont, vur e kwaartje ut pond.” Waarop Melderslo dan antwoordde: “Dörpere kwekkers, loepe oop stekke.” Na de scheldpartijen volgde er een handgemeen, waarbij allerhand soorten slagwapens gebruikt werden. Gelukkig is er nooit een Picornie gevallen, al waren die van Wijnen (zeven jongens) uit Melderslo bijna net zo berucht als de tegenwoordige voetbalsupporters.’

Op de terugweg ging het er evenmin vriendschappelijk aan toe:
‘Op weg naar huis kwamen we altijd langs het boerderijtje van Nelkes Hanneke en Pieter. In de moelbère-tijd waren ook de kersen rijp. Nu geviel het dat broer en zus Nelkes in het bezit waren van twee kersenbomen met heerlijke zwarte kersen. Daar konden we niet voorbij zonder de kersen ongemoeid te laten. We begonnen altijd te vragen of we kersen mochten plukken. Het stel, dat doodsbenauwd voor de jeugd was gaf soms toestemming. Zo niet, dan begon de lieve jeugd te dreigen en met knuppels te gooien. Enkele haantje de voorsten bestonden het om wederrechtelijk in de boom te klimmen. Dan dreigde Pieter dat hij zijn geweer zou gaan halen. Nooit zijn wij te weten gekomen of hij echt een geweer had. Het pesten is niet van deze tijd, het is zo oud als de wereld.’

Bosbessen plukken nu
Elementen uit de herinneringen van Ger Nellen zullen autochtone Melderslonaren van boven de vijftig bekend voorkomen. Jongeren zullen er veel minder herkenbaars in terugvinden. Dit komt niet alleen omdat we tegenwoordig in een heel andere tijd leven. Nee, de hoofdoorzaak is veel banaler: moelbaeren zijn verdwenen uit de Moelbaerenbos. Hoe lang al is moeilijk precies te achterhalen, maar vast staat dat in elk geval sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw het aantal struiken sterk terugliep. Totdat er dus op een gegeven moment geen enkele meer over was.
In de voorbije jaren zijn enkele pogingen gedaan de moelbaere in de Moelbaerenbos opnieuw tot leven te wekken. Zo plantte de Horster wethouder Leon Litjens in november 2009 enkele struikjes aan in de hoop op een terugkeer van de bosbes.
En in november 2011 nam Stichting Horster Landschap in het kader van de landelijke Natuurwerkdag het initiatief om de bosbessen in de hoek van de Herenbosweg en de Nachtegaallaan meer ruimte en licht te geven. De ondergroei van onder andere berk, grove den en lijsterbes werd met de zaag verwijderd. Ook de aanwezige bramen werden flink aangepakt. Om de terugkeer van de bosbes te bevorderen, werd er zelfs kleinschalig geplagd: de bovenste laag met humus werd weggestoken.
Hoe levensvatbaar de pogingen zijn om moelbaere terug te krijgen in de Moelbaerenbos zal de toekomst moeten uitwijzen. Tot die tijd zijn inwoners van Melderslo die dicht bij huis het genoegen van bosbessen willen smaken, aangewezen op het Schuitwater en de Reulsberg. Met name in het Schuitwater staan de struiken nog in vrij groten getale.

Wie het zich gemakkelijk wil maken, ongevoelig is voor de romantiek van het plukken en de verschillen tussen die soorten bessen toch niet zoveel zeggen, kan overigens ook in Melderslo terecht. Dat heeft zich de voorbije decennia namelijk ontwikkeld tot een centrum van de blauwe bessenteelt. Maar daarover in een toekomstige nieuwsbrief meer.


Meer informatie:
1. Wilde planten in Nederland en Belgie: blauwe bosbessen
2. SoortenBank: blauwe bosbes


Nieuwsbrief gemist? Klik dan hier.
Help! Antwoord op een hulpvraag? Klik dan hier.
Afmelden nieuwsbrief of een ander aanmelden? Klik dan hier.