Nieuwsbrief maart 2010: Wist u dat ...Melderslo in de Tweede Wereldoorlog per ongeluk is gebombardeerd? | |
Battle of the Ruhr. Korte tijd later branden in Melderslo twee boerderijen af, Verlinden aan de Boomsweg en Keysers aan de Meldersloseweg (nu Vlasvenstraat). | |
Michel Keysers (Melderslo, 1935) vertelt: | |
Mijn vader stond voor het huis onder de boog met het kruis (foto 3) naar de gevechten in de lucht te kijken. Hij komt naar binnen en maakt de rest van het gezin wakker: ‘Stoad ma op, want daat huult zôh haard’. Nadat we vijf minuten op waren werd ik naar de slaapkamer teruggestuurd door moeder om de dekens van het bed te halen. Toen we daar aankwamen waren er drie brandbommen door ons bed gevallen. We waren dus net op tijd opgestaan! We hebben daarna zo’n anderhalf jaar ingewoond bij familie van de Pas, die schuin tegenover ons woonde. In die tijd werd een noodwoning gebouwd met halfsteense muren. De spouwankers werden al ingemetseld zodat na de oorlog eenvoudig een buitenmuur geplaatst kon worden. Ik kan me nog herinneren dat je niet hard rondom het huis kon rennen omdat zo’n spouwanker je lelijke schrammen in het gezicht kon bezorgen!
De bommenwerper trok een spoor van brandbommen door de omgeving. Het begon bij Spreeuwenberg op de Boomsweg (brandbommen in de schuur die met een schop naar buiten gewerkt zijn), door naar Jacobs (Boomsweg, een takkenbos -in het dialect: schansen- ging verloren), via Verlinden (gehele boerderij met vee ging verloren) , Keysers (nu Vlasvenstraat toen Meldersloseweg, gehele huis ging verloren), Peters (Heuvelweg, beugelbaan ging verloren) naar Rutten (Heuvelweg, bommen op schuur, ook met schop naar buiten gewerkt).
Of de bommenwerper de thuishaven heeft kunnen bereiken of een noodlanding heeft kunnen maken, is niet bekend (foto 6). | |
Nel van Rens - Verlinden (Melderslo, 1926) en Antoon Spreeuwenberg (Melderslo, 1918) over die avond: | |
Het gehele huis brandt af. Ook alle vee (paarden, koeien en een schaap) ging verloren. Er was net een varken geslacht en daarom hebben Sef en Jan van Rens de "spekkuup" nog uit het huis gehaald. Nel: De koeien gingen tekeer in de stal en loeiden voor hun leven. "Daat heb ik nag altiëd beej meej. Daat vergette noët nih mier." Antoon: De schuilkelder was een door de buurt gegraven groot gat in de grond. Hierop werden balken gelegd die werden afgedekt met stro. Over het stro werd een flinke laag zand gestort. De schuilkelder was groot genoeg om er rechtop in te staan en aan de randen bevond zich een zitrand die uit het zand was gestoken. "Ut waar kloare gèle zand". Het duurt ongeveer een jaar vordat de noodwoning klaar is, en tot die tijd vindt de familie Verlinden onderdak bij de familie van Rens die aan de overkant van de straat woont. Via de kerk wordt een inzamelingsaktie gehouden om de gedupeerde gezinnen in materiële zin te steunen. Na de oorlog wordt de noodwoning uitgebouwd tot een volwaardige boerderij (foto 2). Nel: 's Morgens nadat we afgebrand waren was moeder weg. Toen ze terug kwam vertelde ze dat ze naar de kerk was geweest. "Zonder hood?" vroeg de buurvrouw. "Waat dochte geej da, mienen hood is ok verbrand!" | |
Het getroffen worden door brandbommen was niet het laatste oorlogsincident voor deze buurt in Melderslo. Op 26 mei van dat jaar stortte op de kruising Boomsweg-Meldersloseweg een Engelse bommenwerper neer. Hierover meer in een nieuwsbrief later dit jaar. |
Meer informatie: Nieuwsbrief gemist? Klik dan hier. |