Nieuwsbrief april 2014: Wist u dat ... we in 1982 een aantal Melderslonaren vroegen naar hun oorlogsherinneringen?

In 1982, 37 jaar na afloop van de Tweede Wereldoorlog, sprak Joseph Aldenzee namens Geschiedenis Melderslo met een aantal inwoners van Melderslo over hun oorlogservaringen en –herinneringen. Dat leidde tot een (nooit gepubliceerd) document van vijftien bladzijden. In het voorwoord heet het treffend: "Veel zaken zult u aantreffen die historisch gezien weinig betekenis hebben, maar om een beeld te krijgen van wat zich in Melderslo heeft afgespeeld, is het zeker de moeite waard om deze map te lezen." In deze nieuwsbrief een aantal sprekende fragmenten uit dit document.

Chris Claassens: "Op 10 mei 1940 rond een uur of vier in de morgen hoorden we het geratel van machinegeweren. Dit was afkomstig van de linies bij de Maas. Niet lang daarna kwamen de eerste Nederlandse soldaten op de fiets door Melderslo. Ze waren gevlucht vanuit hun stellingen. Er viel geen eer te behalen. De Duitse overmacht was te groot."

Familie Claassens
Chris Claassens (1919-2002) (midden staand) op een vooroorlogse foto met zijn familie.
Naast Chris zijn broers Herman en Hay. Zittend Mathijs Claassens en zijn echtgenote Maria Hendrina Claassens-Burgers.

Onbekende: "De Duitsers kwamen te voet vanuit Lottum langs ons huis aan de Langevenseweg. Ze liepen door zonder zich met ons te bemoeien. Later volgde nog een groepje achterblijvers. Zij hadden het tempo niet kunnen bijbenen. Ze gaven mijn vader opdracht het paard voor de wagen te spannen en hen naar Sevenum te brengen. Onze vaste knecht heeft dat klusje opgeknapt. Die soldaten waren dodelijk vermoeid en ons bijzonder dankbaar."

Chris Claassens: "Die eerste dag lag er hier langs het spoor ook een Nederlandse patrouille. Toen die van hun kameraden hoorden dat de Duitsers de Maas overgestoken waren, maakten ze dat ze weg kwamen, op de fiets. Een goed uur later kwamen de Duitsers met hun kanonnen langs sjokken."

Netje Michels-Janssen: "De Duitsers zijn hier in '14-'18 niet gekomen. In 1940 was dat wel anders. Toen ze in Melderslo aankwamen, was het snel gebeurd. In het dagelijks leven heerste een bedrukte sfeer. Niemand vertrouwde iemand."

Chris Claassens: "De Duitsers die hier gestationeerd werden, waren dienstplichtigen uit de grensstreek. Die kenden de omgeving hier en dat waren geen beroerde kerels."

Netje Michels-Janssen: "Hier in de buurt woonde een NSB'er. Het was geen kwade vent en ik weet zeker dat hij het alleen maar geworden is omdat hij met zijn gezin verging van de armoede. Toen we op een dag rogge aan het oogsten waren, kwam de NSB'er aangefietst. Wij moesten alle rogge inleveren, maar hij vroeg ook een zak. Mijn man wist niet goed wat te doen. Als hij de NSB'er een zak zou geven of verkopen, zou die dat wel eens aan de Duitsers kunnen vertellen. Ten slotte zei mijn man tegen hem: 'Als ik straks de laatste zak niet op de wagen krijg, neem die dan maar mee, want voor één zak kom ik niet helemaal terugrijden met paard en wagen.' We hebben toen gewoon een zak laten staan. Toen hij hem later had opgehaald, wilde hij m'n vader ervoor betalen. Dat geld hebben we niet aangenomen, want dat was te gevaarlijk."

Netje Michiels
Netje Michels-Janssen (1888-1985) op de foto (zittend links) met haar man
Petran Michels, haar kinderen Nelly en Antoon, haar moeder Caroline Janssen-Derix en de hond.

Onbekende: "Het meenemen van vee door de Duitsers was aan de orde van de dag. Op een gegeven moment, toen we alleen nog een varkensbeer hadden, kwamen de Duitsers uit Ysselsteyn met een briefje dat er bij ons nog varkens moesten zitten. Maar alleen die beer zat nog in de kooi. Ze haalden hem eruit, castreerden hem bij ons voor op de stoep en slachtten hem ter plekke. Hij werd in grote stukken gesneden en meegenomen in oude papieren zakken die bij ons in de schuur lagen."

Netje Michels-Janssen: "Wij hadden veel onderduikers. Dat was een hele toer, vooral met koken. Ik weet niet hoe we dat allemaal klaargespeeld hebben."

Onbekende: "Toen er Duitsers bij ons waren ingekwartierd, verzekerden ze ons dat er geen vee zou worden meegenomen. Toch waren op een morgen de koeien verdwenen, terwijl de Duitsers de wacht hielden. De soldaten kregen wel op hun sodemieter, maar of dat gemeend was?"

Netje Michels-Janssen: "Het werd erg moeilijk toen hier Duitsers werden ingekwartierd. In de kelder, die de met zandzakken tegen granaatinslagen hadden beschut, lagen onze kostbaarste spulletjes en we sliepen er ook. Maar de Duitsers namen de kelder in beslag. Wij moesten maar zien waar we bleven."

Netje Michels-Janssen: "Buiten hadden we een zogenaamde mesthoop. Maar alleen de bovenste laag bestond uit mest. Daaronder was een schuilkelder voor de onderduikers. Hoewel de Duitsers hier de hele dag rondliepen, hebben ze die kelder nooit ontdekt, terwijl die mensen er toch regelmatig uit moesten om hun behoefte te doen en wij hen eten brachten. Ook een silo deed trouwens dienst als schuilkelder. Bij de silo lag een hoop zand. Daarin hadden we onze gouden tientjes en andere kostbaarheden verstopt. Op een dag begonnen de Duitsers die zandberg af te graven om er zandzakken mee te vullen. Daarop vroeg ik hen om van die zandberg af te blijven omdat die de silo moest beschermen. 'Een eindje verderop ligt zand genoeg', zei ik tegen hen. Gelukkig luisterden ze, want het scheelde geen tien centimeter of ze waren bij onze spullen uitgekomen."

Grad Niessen: "Er is hier eens vliegtuig neergestort. Veel mensen fietsten hier naartoe om te zien wat er was gebeurd. Maar in die tijd moesten de Duitsers alle fietsen hebben. Toen iedereen hier met zijn fiets in de hand stond te kijken, vorderden de Duitsers al die fietsen. Dat was wel slim, want dan hoefden ze niet alle huizen af."

Gred Niessen
Trouwfoto van Grad Niessen (1908-1984) en Leen Wagemans.

Netje Michels-Janssen: "Alles namen de Duitsers mee. We hadden eigen koeien op stal staan, maar ook van evacués. De Duitsers kwamen dan binnen, zeiden 'We moeten drie koeien hebben' en wezen dan drie beesten aan. Het waren altijd de koeien van de evacués, terwijl die mensen toch al niets meer hadden. 'Nee', zeiden wij dan, 'voor de slacht moeten jullie die koeien nemen' en dan wezen we ons eigen vee aan. Soms luisterden ze, maar meestal namen ze mee waar ze zelf zin in hadden."

Onbekende: "In 1944 vlogen grote aantallen Engelse vliegtuigen over richting Duitsland. Hier in de buurt zaten Duitse soldaten die van boerderij naar boerderij trokken. Overal waar die groep zat, viel 's nachts vanuit een vliegtuig een bom. Het verzet moet dat wel hebben doorgegeven aan de Engelsen, anders heb ik er geen verklaring voor. Op een dag kwamen die Duitsers ook bij ons. En ook bij ons kwam een bom neer. Gelukkig ging die niet af. De Duitsers hebben de bom later laten springen. Maar wij hebben nooit begrepen waarom het verzet de mensen niet waarschuwde."

Netje Michels-Janssen: "Iedereen was wel erg saamhorig en stond altijd voor elkaar klaar. Het weinige wat we hadden, deelden we. De avonden waren ook gezellig. Er was altijd wel iemand bij die een beetje kon zingen en dan zongen we. Dat kostte niets en was heel fijn om te doen. We haalden dan onze kammen uit de zak, deden daar een stukje papier omheen en maakten zo ons eigen orkest. We moesten er wel wat van maken en dat deden we dan ook."


Andere nieuwsbrieven over de Tweede Wereldoorlog in Melderslo:
april 2008 zwarte "soldaote kistje" van overste Stockley, maart 2010 Melderslo per ongeluk gebombardeerd, oktober 2010 schaar terug aan Britse militair, februari 2012 ondergedoken joden en oktober 2012 oorlog op z'n felst.

Nieuwsbrief gemist? Klik dan hier.
Help! Antwoord op een hulpvraag? Klik dan hier.
Afmelden nieuwsbrief of een ander aanmelden? Klik dan hier.