2018-02. Wist u dat … De Blakt aan ramp ontsnapte in 1944?

De oorlog komt in Melderslo steeds dichterbij

De Duitsers werden na de Slag bij Overloon en de bevrijding van Venray, tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945), steeds verder teruggedrongen.

Om de druk op te voeren, op de terugtrekkende Duitse troepen, werden er door de geallieerden sporadisch bombardementen uitgevoerd.  Het centrum van Horst was al  op 12 oktober 1944 gebombardeerd, omdat wij die middag buiten aan het spelen waren, konden we de bommen, op 3 kilometer afstand, goed uit de rond scherende vliegtuigen zien vallen. Diverse slachtoffers zijn hierbij gevallen.

Maar de gevechtshandelingen op de grond kwamen steeds dichterbij.

Als er in de omgeving of in de naburige dorpen gebombardeerd was, ging dit nieuws snel rond. Eerst was er meer het gevaar van de overkomende bombardementsvluchten naar Duitsland, die soms werden  aangeschoten.  In nood lieten de vliegtuigen ook lukraak hun bommenlast vallen.

Ter bescherming waren, door veel bewoners, buiten schuilkelders  gebouwd in de grond, er was net genoeg ruimte om te zitten. Wij aan de Losbaan hadden ook zo’n met balken, planken en zand gebouwde kelder, waar we diverse keren  s’ nachts in hebben gezeten. Als het weer rustig was gingen we weer terug naar bed. Buiten hing dan dikwijls een lucht van uitlaatgassen van de gepasseerde vliegtuigen. Het overtrekken van de eskaders bommenwerpers duurde meestal niet lang, wel was het gevaarlijk als er een vliegtuig neergehaald werd door de Duitse jachtvliegers, die opstegen van het vliegveld Venlo. Deze kregen weer hulp van de in de weermachtshuisjes gelegerde Duitse eenheden die met grote schijnwerpers, de bommenwerpers probeerden te vangen in hun lichtbundels. Op het Witveld lag zulk een speciaal gebouwd “lichtstation”, dit kon een groot gebied in de lucht bereiken.

Gevaarlijke weken van de oorlog

De speciaal gerichte bombardementen vonden plaats van oktober tot rond half november 1944; het waren meestal gerichte acties van de geallieerden. Ook was er  soms gevaarlijk artillerievuur, deze beschietingen vonden steeds ‘s avonds plaats. Op een avond vielen er granaten bij ons rondom het huis op het land, gelukkig geen voltreffer door het dak, daar was iedereen bang voor. Daags daarna konden wij de rode wortels, rondom de granaatkraters zo bij elkaar rapen.  Bij de buurman viel een granaat tegen de muur van de woning, gelukkig waren er geen gewonden. Het doel van deze beschieting was waarschijnlijk, dat werd wel eens gezegd, te weerhouden dat de Duitsers zich gingen ingraven in het verder gelegen bosgebied.

Vele bewoners gingen in de kelder slapen, de kelderraam werd bij ons afgeschermd met zandzakken. Het plafond was wel van beton maar was ook niet bestand tegen een voltreffer.

Uiteindelijk hebben we niet dikwijls in de kelder geslapen, de ontwikkelingen gingen snel, de Duitsers trokken al gedeeltelijk terug over de Maas.

Iedereen hield, in die tijd, de beweging van de oorlogshandelingen in de lucht nauwlettend in de gaten, als er nog school was, moesten de kinderen gelijk onder de banken duiken als er laagvliegende vliegtuigen over kwamen.

In oktober tot half november was er geen school meer in Melderslo, daar Duitse soldaten de school in gebruik hadden.

Verrassingsaanval op buurtschap De Blakt

Blijkbaar was het bij de inlichtingendienst bekend, dat er Duitsers waren ingekwartierd op De Blakt, ze hadden bij Sjeng Beerkens op de boerderij ruimte gevorderd.

Er overnachtten al een tiental Duitsers, maar op een late avond kwam er  nog een flinke groep binnen, ze waren moe, nat en besmeurd met modder.  Ze legden zich overal neer om te slapen, de hele voorstal bij de koeien lag zo vol, het was de volgende morgen al moeilijk om de koeien te voeren, alles lag vol Duitsers. Bij het licht worden waren zij allemaal druk doende, zover dit mogelijk was, zich te wassen en te scheren.

Op De Blakt in Melderslo liggen enkele boerderijen, in een gehucht, vrij dicht bij elkaar, in het midden ligt Hoeve Langeven, destijds bewoond door de familie Beerkens.

Beerkens Sjeng vertrouwde het niet, ‘s avonds had hij soms al lichtsignalen gezien in de lucht, er sliepen in de schuur en in het voerhok op stal, al Duitse soldaten. De leidinggevenden hadden ook twee kamers in gebruik en overdag dikwijls de keuken.

Op een avond was er een legerauto over de zandweg door het veld aangekomen, op de auto stond een vlag, er werd verteld dat hier een Duitse generaal in moest zitten. Dit speciaal vervoer kwam meestal niet over de grote weg, maar ergens binnendoor.

De familie Beerkens had voor zichzelf een kamer, de kelder en boven 2 slaapkamers en ‘s avonds de keuken ter beschikking.

Vroeg op de avond zag Beerkens Sjeng lichtkogel signalen niet ver van zijn huis. Het kwam nu wel steeds dichterbij, in de avond ergens heen gaan ging niet, de Duitsers hadden moeilijk zichtbare alarmdraadjes gespannen over de wegen.

Rond 5 november 1944. Buurtschap De Blakt in Melderslo. Met kruisjes is aangegeven waar de bommen neerkwamen.

Rampavond (rond 5 november 1944)

Op diezelfde avond zaten we met 21 man binnen in de keuken, verteld zoon Hay, plotseling een enorme  geronk  van vliegtuigen, op hetzelfde moment diverse zware ontploffingen vlakbij, de achterdeur vloog naar binnen, rinkelend glas en dakpannen. Ik schoot door de schrik en luchtdruk vanaf de bank onder de tafel, iedereen was enorm geschrokken, gelukkig geen voltreffer, er waren geen gewonden, allen kwamen met de schrik vrij, wel veel schade. Een groot gedeelte van pannen waren van het dak gegaan door de luchtdruk.

Of het twee vliegtuigen zijn geweest, is niet duidelijk, wel hebben ze blijkbaar een rondje gevlogen. Er waren meerdere bommen gevallen rondom de andere huizen op De Blakt, bleek de volgende morgen; een bom tussen Beerkens en van de Pas, een bom tussen Seuren en Vullings. Hier was een diepe bomkrater op het land, ook iets verder richting de spoorweg waren er enkele gevallen, hier werd een paard gedood in de wei. Een geluk was dat enkele bommen vlak bij de huizen niet ontploft waren.

Een bom was ook midden op de weg, tussen Beerkens en Vullings, terechtgekomen, zes meter vanaf de slaapkamer, maar deze ontplofte gelukkig niet en zat onzichtbaar diep in de grond, deze was midden op de weg gevallen, er was een groot gat midden op de toen nog zandweg. De Duitsers stonden samen met enkele buurtbewoners te kijken bij het gat in de grond. Dit exemplaar kreeg nog een verlengstuk, ‘s nachts rond een uur ontplofte dit diep in de grond zittende projectiel plotseling nog, het was een gedempte doffe knal, er moet een flinke zandfontein zijn geweest, want boven op de slaapkamers zat alles vol zand en er waren ook al weer meer pannen van het dak. Het was het type dat  vlak boven de grond moest ontploffen om zo flink schade aan te richten door rondvliegende scherven en luchtdruk, ontplofte deze diep in de grond dan was het minder gevaarlijk.

Een bom was voor het huis van Vullings Driekes gevallen. Deze  had eerst een boom geraakt en was daarna in een schuttersput terecht gekomen en ook niet ontploft. Deze schuttersputten waren door de Duitsers bij wijze van oefening gegraven. Dit projectiel werd enkele dagen later door de Duitsers tot ontploffing gebracht. Allereerst werden er voorbereidingen getroffen, door deze rondom af te schermen met opgehoogd zand, ramen en deuren van de boerderij werden open gezet. De bom lag ongeveer 15 meter van de voorgevel van de boerderij, gelukkig wel dieper in een schuttersput. Maar om de gevel van het huis te beschermen, stapelde men de gevel helemaal dicht met stro.

Vullings had toen vier koeien, twee waren al door de Duitsers meegenomen. De andere twee koeien waren nog buiten. Toen de Duitsers klaar waren met de voorbereidingen voor de ontploffing, sommeerden de Duitsers,  zoon Sjang Vullings met de twee koeien een eind verder achter een grote roggenmijt te gaan staan, om niet geraakt te worden door rondvliegende scherven.

Op het land achter het huis vond men later ook nog een bom, deze had iemand op de hoek van het land rechtovereind in de grond gezet.

Ook is er jaren na de oorlog met geigertellers gezocht naar een vermoedelijke ligplaats van een bom, maar deze is niet gevonden. Volgens de huidige bewoners moet deze nog steeds heel diep in de grond zitten.

Het was op die avond een korte hevige aanval geweest, maar gelukkig waren er blindgangers bij, en ze vielen wonder boven wonder tussen de huizen en s’ avonds toen iedereen binnen was.

Al met al kon de buurt van groot geluk of zelfs van een wonder spreken, er waren geen doden en gewonden gevallen.

Informatiebronnen:

  • De juiste datum van deze gebeurtenis is niet bekend maar het moet rond 5  november 1944 geweest zijn.
  • Ooggetuigen Nellie Beerkens (90),  Sjang Vullings (92), Hay Beerkens (84) en Jo van de Pas (83). Interviews afgenomen door Piet Lenssen in december 2017.