2018-07. Wist u dat … broodbakken een sociale aangelegenheid is?

Laatste nieuwtjes uitwisselen rond het bakhoes

Overal ter wereld waar graan wordt verbouwd, wordt al sinds mensenheugenis dat graan gemalen en van het meel worden broden en andere broodproducten gemaakt. Brood was en is al eeuwen lang een belangrijke voedselbron. Tot ongeveer midden jaren vijftig van de vorige eeuw werd ons dagelijks brood gebakken in “Bakhuuskes”.

De bouw van een “bakhoes” was kostbaar en het opstoken van een “bakhoes” kostte veel tijd en energie, daarom werd er efficiënt mee omgegaan. Er werden er niet meer gebouwd dan strikt noodzakelijk en was een oven op temperatuur, dan werd dit maximaal benut. Zodoende dat de buren (buurt) ook in de betreffende heet gestookte oven hun brood bakten. Uiteraard was dit het geschikte moment om bij te kletsen en de laatste nieuwtjes te vertellen. Zeg, hedde geej aal gehuurd vaan …

Het bakhuis

Brood kan op verschillende manieren gebakken worden bijvoorbeeld op platte, hete stenen of onder een bakstolp. De meest verspreide bakwijze is echter het bakken in een oven (oave). In onze streken gebeurde dat vaak in een “bakhoes”, een klein, vaak kapelachtig gebouwtje, waarin zich de oven bevond. Het bouwen van een oven werd gedaan door daarin gespecialiseerde metselaars (ovenbouwers). De oven kon zich in het bakhuis bevinden, maar meestal was de oven buiten aangebouwd aan het bakhuis. De opening van de oven (aovemoel) was wel binnen in het bakhuis. Die opening was voorzien van een ijzeren deurtje. Dat deurtje bevond zich op werkhoogte. Door die opening werd de brandstof in de bakoven gebracht. De rook werd ook via dat deurtje afgevoerd naar een schoorsteen die zich buiten het deurtje recht boven de opening bevond. Voor het deurtje van de oven was op de vloer een plek om na het stoken, de hete as bijeen te vegen en te laten afkoelen. Na reiniging van de oven na het stoken, werd het inmiddels in vorm gebrachte brooddeeg in de hete oven geschoven. Het deurtje werd zorgvuldig afgesloten om te voorkomen dat hitte uit de oven zou ontsnappen. De stook-en bakruimte waren dus niet gescheiden. Het stoken en bakken gebeurde in de oven. De bodem van een oven kon direct op de grond gebouwd zijn, maar ook op een aantal draagbalken rusten, een eindje boven de grond. De ruimte onder de oven werd de ovenkelder genoemd. Een bakhuis werd vaak gebouwd van baksteen. Het bovengedeelte van de oven (hemel) was koepel- of (halve) peervormig om de warmte goed te verspreiden. Het gewelf bestond uit (vuurvaste) stenen met daarop vaak een laag van ongebakken leem. De vloer van de oven was van baksteen of plavuizen. Omdat stoken met vuur gepaard gaat, was het van groot belang brand te voorkomen. In het bakhuis konden de voorbereidingen voor het bakken plaatsvinden zoals het mengen van de ingrediënten voor het brood, het kneden en vormen van het deeg, het rijzen van het gevormde deeg. Soms bevond zich in het bakhuis ook nog een kookketel met vuurvaste buitenwand en daarin een grote, koperen ketel (verkeskaetel) met een inhoud van zo’n 200 liter, waarin de was, maar ook voer (kleine aardappelen, aardappelschillen, valfruit, plantaardig huishoudafval) voor de varkens werd gekookt.

Het stoken van de oven

Gestookt werd met takkenbossen (schanse). De takkenbossen werden meestal `s winters gemaakt van snoeihout en kleine takken van gevelde bomen. De takken werden met ijzerdraad (schansedraod) tot een bos bijeen gebonden. De “sjansen” werden vervolgens buiten in de open lucht opgestapeld, dicht bij de boerderij, in een meestal vierkante vorm (schansemeiter) om te drogen. Het stoken van de oven was mannenwerk. De binnenkant van de oven (de stenen) moest zo heet worden dat er brood in gebakken kon worden. Het was zaak om te bepalen wanneer dat het geval was. Een thermometer was er niet. Ervaring speelde daarbij een belangrijke rol. Afhankelijk van de grootte van de oven waren er 8 tot 15 “schanse” nodig om de oven gebruiksklaar te stoken. Als de oven warm genoeg was, werd de as van de “schanse” naar de zijkanten van de oven geschoven of verwijderd met een rakelijzer. De as werd voor de opening van de oven op de grond geveegd om af te koelen. Vervolgens werd de oven schoongemaakt met een lange stok met daaraan een oude bezem met daarom gewikkeld een natte doek of met daaraan een natgemaakte strobos om de ovenvloer te reinigen. Zo werd voorkomen dat asresten in het brood kwamen, als het brood zonder bakblik op de hete stenen werd gebakken. Het schoonmaken moest snel gebeuren omdat anders de oven door de openstaande deur te snel zou afkoelen en door verdamping van water te vochtig zou worden. De broden werden vervolgens met een “scheuter” in de oven geschoven. De “scheuter” bestond uit een lange stok met daaraan een soort platte schop, meestal een dun, plat stuk hout of soms een dunne ijzeren plaat. Brood werd doorgaans een keer per week gebakken en de oven werd dan ook maar een keer gestookt. Na het bakken werd de nog warme oven in de (na)zomer ook gebruikt om fruit (bijvoorbeeld in partjes gesneden appelen en peren) te drogen. Dit gedroogde fruit werd in de winter geweekt, fijn gemalen en onder andere als vulling voor vlaai gebruikt

Brandgevaar

De bakhuuskes werden gemaakt van brandvrij materiaal. Ondanks deze voorzorgsmaatregel werden de huuskes op een veilige afstand van de boerderijen gebouwd. Brandgevaar lag altijd op de loer en men moest de goden niet verzoeken. De gemeente stelde vaak ook eisen aan de minimale afstand.

Bakhuuskes in Melderslo

Vanaf de midden jaren vijftig van de vorige eeuw werd ons brood in bakkerijen gebakken. Dat was vele malen goedkoper en efficiënter. Hierdoor ging de noodzaak van het bakhuuske verloren en kwamen ze in verval. Zo ook in de omgeving van Melderslo. Hoeveel bakhuuskes er oorspronkelijk in gebruik zijn geweest is niet te achterhalen. De huidige nog aanwezige en via overlevering bekende locaties zijn te vinden op de bijgevoegde kaart.

Overzicht bakhuisjes
Melderslo. Overzicht van bakhuisjes en bakoven
Bakhuisje Wijnenhof
Boerderij De Wijnenhof met Bakhuisje aan linkerzijde van hoofdgebouw.
Bakhuisje Thissenhof
Boerderij De Thissenhof. Op foto is te zien dat het bakhuisje rechts tegen de schuur stond.
Bakhuisje Heuvelweg
Daglonershuisje aan de Heuvelweg. Herbouwde bakhuisje staat achter het huis.
Bakhuisje Booms Hof
Boerderij Booms Hof. Bakhuisje achter boerderij
Baanwachtershuisje bakoven
Baanwachtershuisje. Lengte doorsnede van bakoven (1) zoals deze ooit bij alle drie de baanwachtershuisjes langs spoorlijn Venlo Nijmegen aangelegd zijn.

In 1907 is de bakoven aangelegd bij het baanwachtershuisje. Het verschil tussen een bakoven en een bakhuisje is dat er geen afgesloten werkruimte aanwezig is. De bakoven was opgetrokken uit baksteen De koepel van de oven was aan de bovenzijde geïsoleerd met leem. De bodem was geïsoleerd met zand. Als latei, die het gewicht van de schoorsteen opving, was heel toepasselijk een spoorstaaf gebruikt.

Informatie bronnen

  • Horster Historiën (1993)
  • Melderslo Destijds (1994)
  • Wikipedia
  • Bakkerij museum